Termen en definities
- Gegevens
- Hoofdcategorie: termen en definities
- Gemaakt op zondag 16 januari 2011 21:59
- Laatst bijgewerkt op dinsdag 26 januari 2021 17:24
- Gepubliceerd op zondag 16 januari 2011 21:59
- Hits: 7930
Termen beginnend met A
AcathisieAcathisie:
Letterlijk: niet kunnen zitten. Er is sprake van een gevoel van onrust, loopdwang. Antipsychotica veroorzaken vaak bewegingsonrust waardoor de patiënt niet stil kan zitten en loopdwang ervaart. Sommige patiënten ervaren het als een voortdurende "kriebel in de kont". Ze ervaren het als onmogelijk, lange tijd achter elkaar te kunnen blijven staan of zitten. De Acathisie kan enkele dagen na het innemen van een antipsychoticum optreden en kan na enkele dagen eveneens verdwijnen. Ook verlaging van de dosis van het gebruikte middel kan verlichting geven. Ook het gebruik van antiparkinsonmiddelen kan akathisie doen verdwijnen.
Acetylcholine: Acetylcholine:
Acetylcholine: Acetylcholine (ACTH) is een overdrachtsstof (neurotransmitter ) van het zenuwstelsel en komt in kleine blaasjes in de uiteinden van bepaalde zenuwvezels voor. Het eenmaal vrijgekomen acetylcholine wordt in de synapsspleet zeer snel afgebroken of op het postsynaptische membraan door specifieke enzymwerking (cholinesterase). (ACTH) fungeert zowel in het perifere als entrale zenuwstelsel als neurotransmitter en bewerkstelligt ook de prikkeloverdracht naar de dwarsgestreepte spiervezels en van een deel van de autonome zenuwen naar gladde spiervezels en kliercellen.
Deze neurotransmitter kan het geheugen, de concentratie en het leervermogen verbeteren en als de produktie hiervan onvoldoende is kan dit resulteren in geheugenverlies en leerproblemen.
Activiteitentherapie: Activiteitentherapie:
Bij de activiteitentherapie is de activiteit middel en geen doel op zich. Tijdens de activiteit ontstaat er een wisselwerking tussen deelnemer(s) en het materiaal of de therapeut, waarbij doelen uit het behandelplan worden nagestreefd. Het leren van materiaaltechnische vaardigheden is een bijkomende meerwaarde, maar is ondergeschikt aan de therapie
Het belangrijkste verschil met de kreatieve therapie is dat het accent meer ligt op eigen initiatief
. Bij de activiteitentherapie worden verschillende activiteiten aangeboden die elementen bevatten van ambachten, zoals: hout bewerken, kaarsen maken en kleding maken en werken in de tuin. Wanneer activiteitentherapie wordt ingezet als behandeling kan het accent liggen op:
- Het leren concentreren, keuzes maken
- Gestructureerd werken en/of grenzen stellen
- Efficient leren omgaan met energie,
- Het ontdekken van eigen mogelijkheden
- Omgaan met gevoelens
- inter acteren met anderen - Het leren ruimte innemen of het beperken hiervan
- Een diep gekoesterde wens vervullen
agranulocytose:agranulocytose:
Agranulocytose: Toestand waarbij het aantal korrelcellen of granulocyten (type witte bloedcellen) in het bloed sterk verminderd is, waardoor de afweerkracht van het lichaam tegen infecties afgenomen is. Onstaat meestal door beschadiging van de bloedvormende organen.
Te weinig witte bloedcellen in het bloed uit zich in eerste instantie als keelpijn, koorts en vermoeidheid.
Er is sprake van agranulocytose, als een telling van de witte korrelcellen(granulocyten) op lager dan 500/mm3, wordt geschat en er tegelijkertijd sprake is van Clozapine-medicatie. In samenhang met Clozapine komt agranulocytose in ongeveer 1% van de gevallen voor.
Tot 31 december 1989 werden wereldwijd 224 gevallen van agranulocytose in samenhang met Clozapine geconstateerd. Hiervan was 20 % fataal. Hierbij moet echter worden aangetekend dat de helft van deze doden voor 1977 werden geteld. Nog voordat het risico van agranulocytose in samenhang met Clozapine en het daarom noodzakelijk controleren van het bloed, bekend was.
De gevallen van agranulocytose met een dodelijke afloop zijn voornamelijk voortgekomen uit infecties en een aangetast immuun systeem. .
Amenorroe Amenorroe:
Wegblijven van de menstruatie. Men spreekt van primaire amenorroe als de vrouw nooit gemenstrueerd heeft en van secundaire amenorroe wanneer zij dat wel deed, maar de menstruatie achterwege is gebleven.
Hiervoor kunnen verschillende oorzaken zijn:
Anticholinerg:Anticholinerge:
Remt de prikeloverdracht door acetylcholine in het motorische zenuwstelsel.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen gewenste en ongewenste anticholinerge werkingen bij het geven van bepaalde geneesmiddelen.
Antiparkinsonmiddelen zoals akineton en tremblex hebben een anticholinerge werking die gewenst is.
Gewenste anticholinerge effecten zijn:
- Verminderen van spierstijfheid
- Verminderen van bewegingsarmoede
Ongewenste anticholinerge effecten zijn:
- accomodatiestoornissen
- achterblijven van urine in de blaas
- droge mond
- droge ogen
- obstipatie
- onrust
- verwardheid.
Antidotum Antidotum:
Tegengif: middel wat in staat is een in het lichaam aanwezig gif onschadelijk te maken. Er zijn maar weinig specifieke antidota bekend.
Antihistaminica Antihistaminaic:
Antihistaminica zijn stoffen die histamine tegenwerken. Histamine is een van nature in het lichaam voorkomende stof, die een rol speelt bij overgevoeligheidsreacties (allergieën)(Neusslijmvlies, Overgevoeligheidsreacties van de huid zoals eczeem en netelroos. Een belangrijke toepassing van antihistaminatica is het onderdrukken van allergieën.
Antipsychotica Antipsychotica:
Antipsychotica vormen een groep geneesmiddelen die als voornaamste doel hebben de symptomen van een psychose tegen te gaan. Antipsychotica zijn overwegend dopamine-antagonisten die daarnaast ook in meer of mindere mate receptoren voor serotonine blokkeren
Antiserotonerge:Antiserotonerge:
Mensen met tekorten in de serotonerge en adrenerge neurotransmissie-systemen. Uitgangspunt hierbij is dat zij sterker dan anderen geneigd zijn taken als belastend en gebeurtenissen als bedreigend te ervaren . Hier zal hun stemming en prestatieniveau onder lijden. Omdat de samenstelling van de voeding invloed heeft op de aanmaak van de neurotransmitters serotonine en noradrenaline, wordt uitgeprobeerd of speciale dieten stressvolle omstandigheden voor deze mensen draaglijker maken.
Apathie:
Apathie:
De afwezigheid van de behoefte te voelen; hartstocht, genoegen, opgewektheid, emotie, pijn of opwinding. Het is een soort kalme onaangedaanheid, of onverschilligheid.
Automutilatie Automutilatie:
Tegenwoordig spreekt men van zelf beschadiging of zelf verwonding. Het opzettelijk toebrengen van beschadigingen aan de huid, door bijvoorbeeld snijden schuren branden of bonken van lichaamsdelen tegen tegen muur maar ook door het innemen van een toxische substantie bijvoorbeeld chloor. etc. etc. Dit gedrag komt meestal niet voort uit de wens tot zelfdoding. Wel is het zo dat er onder de mensen die zich zelf beschadigen een groter zelfmoordpercentage is dan onder de gemiddelde bevolking. Automutilatie komt relatief vaker voor in de adoleschentie fase maar kan in principe op alle leeftijden voorkomen. Automutilatie komt voor bij een breed scale van psychiatrische stoornissen waaronder borderline persoonlijkheidsstoornissen, PTSS angststoornissen, depressie, schizofrenie en andere. Automutilatie komt echter ook voor bij mensen waar zonder psychiatrische problematiek. Men gaat er van uit dat personen dit doen omdat na de automutilatie de gevoelde angst, depressie of stress even weg is
Letterlijk: niet kunnen zitten. Er is sprake van een gevoel van onrust, loopdwang. Antipsychotica veroorzaken vaak bewegingsonrust waardoor de patiënt niet stil kan zitten en loopdwang ervaart. Sommige patiënten ervaren het als een voortdurende "kriebel in de kont". Ze ervaren het als onmogelijk, lange tijd achter elkaar te kunnen blijven staan of zitten. De Acathisie kan enkele dagen na het innemen van een antipsychoticum optreden en kan na enkele dagen eveneens verdwijnen. Ook verlaging van de dosis van het gebruikte middel kan verlichting geven. Ook het gebruik van antiparkinsonmiddelen kan akathisie doen verdwijnen.
Acetylcholine: Acetylcholine:
Acetylcholine: Acetylcholine (ACTH) is een overdrachtsstof (neurotransmitter ) van het zenuwstelsel en komt in kleine blaasjes in de uiteinden van bepaalde zenuwvezels voor. Het eenmaal vrijgekomen acetylcholine wordt in de synapsspleet zeer snel afgebroken of op het postsynaptische membraan door specifieke enzymwerking (cholinesterase). (ACTH) fungeert zowel in het perifere als entrale zenuwstelsel als neurotransmitter en bewerkstelligt ook de prikkeloverdracht naar de dwarsgestreepte spiervezels en van een deel van de autonome zenuwen naar gladde spiervezels en kliercellen.
Deze neurotransmitter kan het geheugen, de concentratie en het leervermogen verbeteren en als de produktie hiervan onvoldoende is kan dit resulteren in geheugenverlies en leerproblemen.
Activiteitentherapie: Activiteitentherapie:
Bij de activiteitentherapie is de activiteit middel en geen doel op zich. Tijdens de activiteit ontstaat er een wisselwerking tussen deelnemer(s) en het materiaal of de therapeut, waarbij doelen uit het behandelplan worden nagestreefd. Het leren van materiaaltechnische vaardigheden is een bijkomende meerwaarde, maar is ondergeschikt aan de therapie
Het belangrijkste verschil met de kreatieve therapie is dat het accent meer ligt op eigen initiatief
. Bij de activiteitentherapie worden verschillende activiteiten aangeboden die elementen bevatten van ambachten, zoals: hout bewerken, kaarsen maken en kleding maken en werken in de tuin. Wanneer activiteitentherapie wordt ingezet als behandeling kan het accent liggen op:
- Het leren concentreren, keuzes maken
- Gestructureerd werken en/of grenzen stellen
- Efficient leren omgaan met energie,
- Het ontdekken van eigen mogelijkheden
- Omgaan met gevoelens
- inter acteren met anderen - Het leren ruimte innemen of het beperken hiervan
- Een diep gekoesterde wens vervullen
agranulocytose:agranulocytose:
Agranulocytose: Toestand waarbij het aantal korrelcellen of granulocyten (type witte bloedcellen) in het bloed sterk verminderd is, waardoor de afweerkracht van het lichaam tegen infecties afgenomen is. Onstaat meestal door beschadiging van de bloedvormende organen.
Te weinig witte bloedcellen in het bloed uit zich in eerste instantie als keelpijn, koorts en vermoeidheid.
Er is sprake van agranulocytose, als een telling van de witte korrelcellen(granulocyten) op lager dan 500/mm3, wordt geschat en er tegelijkertijd sprake is van Clozapine-medicatie. In samenhang met Clozapine komt agranulocytose in ongeveer 1% van de gevallen voor.
Tot 31 december 1989 werden wereldwijd 224 gevallen van agranulocytose in samenhang met Clozapine geconstateerd. Hiervan was 20 % fataal. Hierbij moet echter worden aangetekend dat de helft van deze doden voor 1977 werden geteld. Nog voordat het risico van agranulocytose in samenhang met Clozapine en het daarom noodzakelijk controleren van het bloed, bekend was.
De gevallen van agranulocytose met een dodelijke afloop zijn voornamelijk voortgekomen uit infecties en een aangetast immuun systeem. .
Amenorroe Amenorroe:
Wegblijven van de menstruatie. Men spreekt van primaire amenorroe als de vrouw nooit gemenstrueerd heeft en van secundaire amenorroe wanneer zij dat wel deed, maar de menstruatie achterwege is gebleven.
Hiervoor kunnen verschillende oorzaken zijn:
- Wanneer baarmoeder of eierstokken niet zijn aangelegd of zo weinig ontwikkeld dat zij niet reageren op de normale hormonale prikkels, treedt geen menstruatie op
- Tijdens de zwangerschap en de eerste tijd van het zogen blijft de menstruatie weg.
- Op oudere leeftijd of na verwijdering van de eierstokken of baarmoeder, blijft de menstruatie definitief weg.
- Het wegblijven van de menstruatie kan ook duiden op afwijkingen in de organen die voor normale menstruatie nodig zijn.
- Indien geen menstruatie optreedt ondanks aanwezigheid van de baarmoeder en eierstokken, dan moet de oorzaak daarvan gezocht worden in een onvoldoende werking van het hersenaanhangsel(hypofyse)
Anticholinerg:Anticholinerge:
Remt de prikeloverdracht door acetylcholine in het motorische zenuwstelsel.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen gewenste en ongewenste anticholinerge werkingen bij het geven van bepaalde geneesmiddelen.
Antiparkinsonmiddelen zoals akineton en tremblex hebben een anticholinerge werking die gewenst is.
Gewenste anticholinerge effecten zijn:
- Verminderen van spierstijfheid
- Verminderen van bewegingsarmoede
Ongewenste anticholinerge effecten zijn:
- accomodatiestoornissen
- achterblijven van urine in de blaas
- droge mond
- droge ogen
- obstipatie
- onrust
- verwardheid.
Antidotum Antidotum:
Tegengif: middel wat in staat is een in het lichaam aanwezig gif onschadelijk te maken. Er zijn maar weinig specifieke antidota bekend.
Antihistaminica Antihistaminaic:
Antihistaminica zijn stoffen die histamine tegenwerken. Histamine is een van nature in het lichaam voorkomende stof, die een rol speelt bij overgevoeligheidsreacties (allergieën)(Neusslijmvlies, Overgevoeligheidsreacties van de huid zoals eczeem en netelroos. Een belangrijke toepassing van antihistaminatica is het onderdrukken van allergieën.
Antipsychotica Antipsychotica:
Antipsychotica vormen een groep geneesmiddelen die als voornaamste doel hebben de symptomen van een psychose tegen te gaan. Antipsychotica zijn overwegend dopamine-antagonisten die daarnaast ook in meer of mindere mate receptoren voor serotonine blokkeren
Antiserotonerge:Antiserotonerge:
Mensen met tekorten in de serotonerge en adrenerge neurotransmissie-systemen. Uitgangspunt hierbij is dat zij sterker dan anderen geneigd zijn taken als belastend en gebeurtenissen als bedreigend te ervaren . Hier zal hun stemming en prestatieniveau onder lijden. Omdat de samenstelling van de voeding invloed heeft op de aanmaak van de neurotransmitters serotonine en noradrenaline, wordt uitgeprobeerd of speciale dieten stressvolle omstandigheden voor deze mensen draaglijker maken.
Apathie:
Apathie:
De afwezigheid van de behoefte te voelen; hartstocht, genoegen, opgewektheid, emotie, pijn of opwinding. Het is een soort kalme onaangedaanheid, of onverschilligheid.
Automutilatie Automutilatie:
Tegenwoordig spreekt men van zelf beschadiging of zelf verwonding. Het opzettelijk toebrengen van beschadigingen aan de huid, door bijvoorbeeld snijden schuren branden of bonken van lichaamsdelen tegen tegen muur maar ook door het innemen van een toxische substantie bijvoorbeeld chloor. etc. etc. Dit gedrag komt meestal niet voort uit de wens tot zelfdoding. Wel is het zo dat er onder de mensen die zich zelf beschadigen een groter zelfmoordpercentage is dan onder de gemiddelde bevolking. Automutilatie komt relatief vaker voor in de adoleschentie fase maar kan in principe op alle leeftijden voorkomen. Automutilatie komt voor bij een breed scale van psychiatrische stoornissen waaronder borderline persoonlijkheidsstoornissen, PTSS angststoornissen, depressie, schizofrenie en andere. Automutilatie komt echter ook voor bij mensen waar zonder psychiatrische problematiek. Men gaat er van uit dat personen dit doen omdat na de automutilatie de gevoelde angst, depressie of stress even weg is
Termen beginnend met B
Bacterie
Bacteriële infectie
Benzodiazepines Benzodiazepines:
Groep van geneesmiddelen die op de hersenen werken, die een specifieke, algmeen dempende werking hebben. Ze vinden toepassing als slaapmiddelen en tranquillizers(kalmerende middelen). In het laatste geval kunnen ze gebruikt worden voor het verlichten van angstverschijnselen van ernstige of invaliderende aard of van angstverschijnselen die voor de patiënt onaanvaardbare klachten veroorzaken en die al dan niet gepaard gaan met slapeloosheid of kortdurende psychosomatishe, organische of psychotische ziekteverschijnselen. Bij langdurig gebruik kunnen verslavingsverschijnselen voorkomen. Bekende benzodiazepines zijn: Oxazepam, Temazepam, Valium, Mogadon, Dalmadorm, Normison, Stesolid en Temesta.
BijwerkingenBijwerkingen:
Bijwerkingen zijn ongewenste of onbedoelde effecten, die in wisselende mate kunnen optreden, bij een medische behandeling: bijvoorbeeld dmv een geneesmiddel. Bekende bijwerkingen van atypische antipsychotica zoals Leponex zijn: gewichtstoename en speekselvloed. Door de aanmerkelijke gewichtstoename, is er een vergrote kans van het metabool syndroom: Behalve gewichtstoename behoren hiertoe: toename van buikomvang, verhoging van bloedvetten, diabetes en hoge bloeddruk. Bekende bijweringen van klassieke antipsychotica zijn: spierstijfheid, blikkramp kaakklem, obstipatie, tremoren en afvlakking gevoelens.
De bijwerkingen van een geneesmiddel behoren duidelijk vermeld te staan in de bijsluiter die bij een geneesmiddel wordt verstrekt. In Nederland wordt een registratie bijgehouden van bijwerkingen die optreden bij gebruik van geneesmiddelen. In veel landen wordt zo'n zelfde registratie bijgehouden, zodat een zeer zeldzame bijwerking toch kan worden opgemerkt. Daarvoor is een degelijke medicatiebewaking van levensbelang.
BOPZ BOPZ:
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen(In werking sinds 17-1-1993)
Kenmerken: In artikel 1 tot 41 regelt de wet BOPZ alle condities betreffende de onvrijwillige opname van patiënten in psychiatrische ziekenhuizen via IBS(In Bewaring Stelling) en RM Rechterlijke Machtiging) Bijv: Wanneer wordt besloten tot een onvrijwillige opname, wie kan een RM aanvragen, wie is er allemaal bij betrokken, de duur etc.
Om over te gaan tot een onvrijwilloge opname in een psychiatrisch ziekenhuis moet er sprake zijn van:
- De patiënt toont geen bereidheid tot opname (verbaal, non-verbaal, twijfel)
- Gevaar - Stoornis geestvermogens is causaal aan gevaar
- Gevaar is niet af te wenden buiten het psychiatrisch ziekenhuis. Gevaar: suïcidaliteit, automutilatie, gevaar voor sociale of maatschappelijk bestaan, gevaar voor zowel geestelijke als lichamelijke gezondheid van de buren en het creëren van chronisch explosieve situaties in de sociale omgeving waardoor het verdergaan geweld onafwendbaar lijkt
Termen beginnend met C
Cannabis
Catatone schizofrenie
Cannabis
Client centered therapy
Competitive Memory Training
Compassie
Compliance
Catatone schizofrenie
Cannabis
Client centered therapy
Competitive Memory Training
Compassie
Compliance
Termen beginnend met D
Diagnostiek:De handeling of het proces van het bepalen van de aard en oorzaak van een ziekte of letsel door de het onderzoeken en evalueren van de patiënt hierbij horen onderzoek en de evaluatie van laboratorium gegevens. De mening van de deskundige afgeleid van een dergelijke evaluatiekenmerken.
dissociatieve toestand:Bij een dissociatieve stoornis kunnen de volgende symptomen voorkomen:
Amnesie: Wanneer iemand zich incidenten of ervaringen van gebeurtenissen uit een bepaalde periode niet kan herinneren
Depersonalisatie: Een bewuste ervaring waarbij iemand het eigen lichaam als vreemd, niet vertrouwd, of niet echt ervaart.
Derealisatie: Een bewuste ervaring waarin iemand zijn vertrouwde omgeving als vreemd en onvertrouwd ervaart.
Identiteitsverwarring: Wanneer iemand zich onzeker voelt over wie hij is of moeite heeft hoe zich zelf te beschrijven.
Identiteitswijziging: Wanneer er een verschuiving plaats vindt in de identiteit wat het gedrag op een dusdanige manier verandert dat het anderen opvalt.
Dopamine:Dopamine:
Dopamine behoort tot de groep catecholaminen waartoe ook adrenaline en noradrenaline behoren.
Dopamine fungeert als boodschapper tussen de synapsen van de zenuwcellen.
In de rol van hormoon dient Dopamine via de bloedbaan als boodschapper voor organen.
Het speelt een grote rol bij het ervaren van genot, Bij blijdschap en welzijn. gevoelens wordt dopamine vrijgemaakt.
Het heeft ook een positief effect op de leerprestaties.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben een tekort aan dopamine.
Bij ADHD is er waarschijnlijk sprake van een onbalans van dopamine.
Een tekort aan Dopamine speelt een rol bij schizofrenie.
Dopamine is farmacologisch zeer actief maar passeert zeer moeilijk de bloed-hersenbarrière.
DSM-IV TR:DSM-IV TR:
Staat voor:DIAGNOSTIC AND STATISTICAL MANUAL OF MENTAL DISORDERS FOURTH EDITION TEXT REVISION. gepubliceerd door American Psychiatric Association, is de standaard classificatie van geestes stoornissen die gebruikt wordt door de medewerkers van GGZ in de VS en een groot aantal andere landen zoals Nederland.
Dubbele diagnose:Kenmerken dubbele diagnose:
Volgens het LEDD(Landelijk Expertise en implementatiecentrum dubbele diagnose heeft een patiënt met een dubbele diagnose heeft gelijktijdig last van misbruik en/of afhankelijkheid van alcohol of drugs en een psychiatrische stoornis. Bijvoorbeeld een ernstige depressie gecombineerd met een alcoholverslaving, een persoonlijkheidsstoornis met cocaïnemisbruik, of schizofrenie met een cannabisverslaving. Allerlei combinaties tussen middelen en psychiatrische stoornissen zijn mogelijk. De verwevenheid (comorbiditeit) tussen beide stoornissen is groot. Om die reden is afzonderlijke behandeling meestal niet doeltreffend.
dissociatieve toestand:Bij een dissociatieve stoornis kunnen de volgende symptomen voorkomen:
Amnesie: Wanneer iemand zich incidenten of ervaringen van gebeurtenissen uit een bepaalde periode niet kan herinneren
Depersonalisatie: Een bewuste ervaring waarbij iemand het eigen lichaam als vreemd, niet vertrouwd, of niet echt ervaart.
Derealisatie: Een bewuste ervaring waarin iemand zijn vertrouwde omgeving als vreemd en onvertrouwd ervaart.
Identiteitsverwarring: Wanneer iemand zich onzeker voelt over wie hij is of moeite heeft hoe zich zelf te beschrijven.
Identiteitswijziging: Wanneer er een verschuiving plaats vindt in de identiteit wat het gedrag op een dusdanige manier verandert dat het anderen opvalt.
Dopamine:Dopamine:
Dopamine behoort tot de groep catecholaminen waartoe ook adrenaline en noradrenaline behoren.
Dopamine fungeert als boodschapper tussen de synapsen van de zenuwcellen.
In de rol van hormoon dient Dopamine via de bloedbaan als boodschapper voor organen.
Het speelt een grote rol bij het ervaren van genot, Bij blijdschap en welzijn. gevoelens wordt dopamine vrijgemaakt.
Het heeft ook een positief effect op de leerprestaties.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben een tekort aan dopamine.
Bij ADHD is er waarschijnlijk sprake van een onbalans van dopamine.
Een tekort aan Dopamine speelt een rol bij schizofrenie.
Dopamine is farmacologisch zeer actief maar passeert zeer moeilijk de bloed-hersenbarrière.
DSM-IV TR:DSM-IV TR:
Staat voor:DIAGNOSTIC AND STATISTICAL MANUAL OF MENTAL DISORDERS FOURTH EDITION TEXT REVISION. gepubliceerd door American Psychiatric Association, is de standaard classificatie van geestes stoornissen die gebruikt wordt door de medewerkers van GGZ in de VS en een groot aantal andere landen zoals Nederland.
Dubbele diagnose:Kenmerken dubbele diagnose:
Volgens het LEDD(Landelijk Expertise en implementatiecentrum dubbele diagnose heeft een patiënt met een dubbele diagnose heeft gelijktijdig last van misbruik en/of afhankelijkheid van alcohol of drugs en een psychiatrische stoornis. Bijvoorbeeld een ernstige depressie gecombineerd met een alcoholverslaving, een persoonlijkheidsstoornis met cocaïnemisbruik, of schizofrenie met een cannabisverslaving. Allerlei combinaties tussen middelen en psychiatrische stoornissen zijn mogelijk. De verwevenheid (comorbiditeit) tussen beide stoornissen is groot. Om die reden is afzonderlijke behandeling meestal niet doeltreffend.
Termen beginnend met E
Eerste keus medicijn Eerste keus medicijn:
Eerste keus middel Bij de keuze van medicijnen laat men zich leiden door een aantal overwegingen: het middel dient bewezen werkzamer te zijn dan andere vergelijkbare middelen, hierbij is ook van belang of het medicijn zo weinig mogelijk bijwerkingen en in prijs zo gunstig mogelijk t.o.v. de andere medicijnen.
Empathie
Etiologie? Etiologie:
Etiologie, aetiologie of aitiologie is de leer der oorzaken (van het Grieks αἴτιος, aitia: oorzaak). Het woord wordt ook specifieker gebruikt in de betekenis van oorzaak, ontstaansgeschiedenis. De etiologie probeert een antwoord te geven op de vraag: "Hoe komt het dat...?" Dit antwoord kan op wetenschappelijke wijze worden verkregen, maar kan ook gebaseerd zijn op een volksgeloof of een overtuiging. In de geneeskunde wordt de etiologie van een ziekte omschreven als de oorzaak van een ziekte. Het woord maakt deel uit van het geneeskundig jargon. Men spreekt van een idiopathische etiologie als de oorzaak niet bekend is
Eerste keus middel Bij de keuze van medicijnen laat men zich leiden door een aantal overwegingen: het middel dient bewezen werkzamer te zijn dan andere vergelijkbare middelen, hierbij is ook van belang of het medicijn zo weinig mogelijk bijwerkingen en in prijs zo gunstig mogelijk t.o.v. de andere medicijnen.
Empathie
Etiologie? Etiologie:
Etiologie, aetiologie of aitiologie is de leer der oorzaken (van het Grieks αἴτιος, aitia: oorzaak). Het woord wordt ook specifieker gebruikt in de betekenis van oorzaak, ontstaansgeschiedenis. De etiologie probeert een antwoord te geven op de vraag: "Hoe komt het dat...?" Dit antwoord kan op wetenschappelijke wijze worden verkregen, maar kan ook gebaseerd zijn op een volksgeloof of een overtuiging. In de geneeskunde wordt de etiologie van een ziekte omschreven als de oorzaak van een ziekte. Het woord maakt deel uit van het geneeskundig jargon. Men spreekt van een idiopathische etiologie als de oorzaak niet bekend is
Termen beginnend met I
Informatie uitwisselen
integriteit Integriteit:
Met integriteit worden meestal iemands persoonlijke waarden aangeduid zoals heelheid, puurheid, gaafheid, natuurlijkheid, eerlijkheid. Bij lichamelijke integriteit gaat het om de gaafheid van iemands lichaam.
intrinsieke motivatie
intrusieve:zich aan hem opdringende
integriteit Integriteit:
Met integriteit worden meestal iemands persoonlijke waarden aangeduid zoals heelheid, puurheid, gaafheid, natuurlijkheid, eerlijkheid. Bij lichamelijke integriteit gaat het om de gaafheid van iemands lichaam.
intrinsieke motivatie
intrusieve:zich aan hem opdringende
Termen beginnend met M
Medicijn Medicijn:
Een medicijn (ook medicament of geneesmiddel) is een chemische stof of samenstelling van chemische stoffen met als doel een bepaalde reactie van het lichaam, rekening houdend met de afweer van het lichaam en de manier waarop het lichaam deze samenstelling van stoffen verwerkt. De wetenschap van de geneesmiddelen heet farmacie. De wetenschap naar de effecten van geneesmiddelen in het menselijk lichaam (humane) farmacologie. Het voorschrijven van geneesmiddelen wordt ook wel farmacotherapie of geneesmiddelentherapie genoemd. Veel geneesmiddelen hebben een plantaardige, dierlijke of andere biologische oorsprong maar de meeste worden tegenwoordig synthetisch gemaakt. Vaak worden om praktische redenen grondstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong als uitgangsstof voor de synthese van geneesmiddelen gebruikt. Volgens de definitie in de geneesmiddelenwet[1] hoeft een geneesmiddel dus niet altijd te genezen, en omvat het bijvoorbeeld ook diagnosemiddelen en middelen die preventief (profylactisch) worden ingezet. Zo vallen de volgende middelen onder de definitie van geneesmiddel:
middelen met een therapeutische (genezende) werking - bijvoorbeeld een antibioticum;
middelen met een profylactische (preventieve) werking - bijvoorbeeld een antimalariamiddel;
middelen die dienen om een diagnose te stellen - bijvoorbeeld een oogdruppel die door de oogarts tijdens spreekuur wordt gebruikt;
middelen die dienen om fysiologische functies bij de mens te herstellen, verbeteren of wijzigen - bijvoorbeeld een middel dat gebruikt wordt bij te hoog cholesterol of te hoge bloeddruk;m
Metabool syndroom Metabool syndroom:
Men spreekt van een metaboolsyndroom - ook wel insulineresistentiesyndroom, stofwisselingssyndroom of syndroom X genoemd -(volgens de ncep- en atp iii-criteria) als een patiënt minimaal drie van de volgende vijf uitslagen heeft:
1 een buikomvang bij mannen > 102 cm en bij vrouwen > 88 cm;
2 nuchter bloedglucosegehalte > 6,1 mmol/l;
3 triglyceride > 1,7 mmol/l;
4 nuchter hdl bij mannen < 1,0 mmol/l; bij vrouwen: < 1,3 mmol/l;
5 bloeddruk > 130/ > 85 mmHg.
Het metabool syndroom komt in samenhang met het gebruik van atypische antipsychotica zoals Leponex, RisperdalZyprexa Abilify en Seroquel. Het is een stofwisselingsaandoening die veroorzaakt wordt door een disbalans tussen voedselopname en lichamelijke activiteit. Met andere woorden, te veel eten en te weinig beweging. Hierdoor treedt een verstoring op in de regulatie van de stofwisseling door de hersenen. Het gaat mogelijk om een verstoring van de biologische klok die de stofwisseling, via het autonome zenuwstelsel, aan het dag- en nachtritme aanpast.
Bij de westerse bevolking is er een duidelijke toename, samenhangend met de enorme toename van het overgewicht, daarnaast spelen erfelijke eigenschappen eveneens een rol. De factor overgewicht en de toename van de gemiddelde leeftijd is van belang.
Het metabole syndroom is de belangrijkste oorzaak van vroegtijdig ontstaan van aderverkalking. Het risico op het krijgen van deze aandoening aan hart en bloedvaten is ongeveer 16 maal verhoogd ten opzichte van mensen die niet lijden aan het metabool syndroom. Terwijl een hartinfarct twee keer zo vaak voorkomt in deze groep.
Er is ook een familiaire component, zoals vaak voorkomende hartaandoeningen beneden de leeftijd van 60 jaar en het frequenter voorkomen van hersenaandoeningen zoals beroertes. Door vroegtijdig symptomen op te sporen die passen bij het metabool syndroom en deze zo mogelijk preventief te behandelen, zijn de vooruitzichten voor mensen met deze aandoening veel gunstiger dan wanneer er pas ingegrepen wordt als er reeds klachten zijn.
mobiliserende verandertaal
Motiverende gespreksvoeringMotiverende gespreksvoering:
Cliëntgerichte directieve gespreksmethode om te bevorderen dat de verslaafde cliënt intrinsiek gemotiveerd wordt tot verandering door zijn twijfels omtrent zijn afhankelijkheid van middelen te verkennen.
Behalve clientgerichtheid, ambivalentie en een directieve houding van de therapeut, zijn autonomie en samenwerking belangrijke principes.
Technieken die gehanteerd worden zijn: parafraseren, empathie, reflectief luisteren, ordenend samenvatten, weerstand gebruiken, zelfredzaamheid bevorderen, doelgerichtheid, cognitieve dissonantie versterken, vermijden advies te geven en vermijden van discussie.
Myeloproliferatieve stoornis::Myeloproliferatieve stoornis:
Myeloproliferatieve stoornis: Een aan leukemie verwante stoornis waarbij er sprake is van een sterke vermenigvuldiging van voorlopers van de bloedcellen.
Een medicijn (ook medicament of geneesmiddel) is een chemische stof of samenstelling van chemische stoffen met als doel een bepaalde reactie van het lichaam, rekening houdend met de afweer van het lichaam en de manier waarop het lichaam deze samenstelling van stoffen verwerkt. De wetenschap van de geneesmiddelen heet farmacie. De wetenschap naar de effecten van geneesmiddelen in het menselijk lichaam (humane) farmacologie. Het voorschrijven van geneesmiddelen wordt ook wel farmacotherapie of geneesmiddelentherapie genoemd. Veel geneesmiddelen hebben een plantaardige, dierlijke of andere biologische oorsprong maar de meeste worden tegenwoordig synthetisch gemaakt. Vaak worden om praktische redenen grondstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong als uitgangsstof voor de synthese van geneesmiddelen gebruikt. Volgens de definitie in de geneesmiddelenwet[1] hoeft een geneesmiddel dus niet altijd te genezen, en omvat het bijvoorbeeld ook diagnosemiddelen en middelen die preventief (profylactisch) worden ingezet. Zo vallen de volgende middelen onder de definitie van geneesmiddel:
middelen met een therapeutische (genezende) werking - bijvoorbeeld een antibioticum;
middelen met een profylactische (preventieve) werking - bijvoorbeeld een antimalariamiddel;
middelen die dienen om een diagnose te stellen - bijvoorbeeld een oogdruppel die door de oogarts tijdens spreekuur wordt gebruikt;
middelen die dienen om fysiologische functies bij de mens te herstellen, verbeteren of wijzigen - bijvoorbeeld een middel dat gebruikt wordt bij te hoog cholesterol of te hoge bloeddruk;m
Metabool syndroom Metabool syndroom:
Men spreekt van een metaboolsyndroom - ook wel insulineresistentiesyndroom, stofwisselingssyndroom of syndroom X genoemd -(volgens de ncep- en atp iii-criteria) als een patiënt minimaal drie van de volgende vijf uitslagen heeft:
1 een buikomvang bij mannen > 102 cm en bij vrouwen > 88 cm;
2 nuchter bloedglucosegehalte > 6,1 mmol/l;
3 triglyceride > 1,7 mmol/l;
4 nuchter hdl bij mannen < 1,0 mmol/l; bij vrouwen: < 1,3 mmol/l;
5 bloeddruk > 130/ > 85 mmHg.
Het metabool syndroom komt in samenhang met het gebruik van atypische antipsychotica zoals Leponex, RisperdalZyprexa Abilify en Seroquel. Het is een stofwisselingsaandoening die veroorzaakt wordt door een disbalans tussen voedselopname en lichamelijke activiteit. Met andere woorden, te veel eten en te weinig beweging. Hierdoor treedt een verstoring op in de regulatie van de stofwisseling door de hersenen. Het gaat mogelijk om een verstoring van de biologische klok die de stofwisseling, via het autonome zenuwstelsel, aan het dag- en nachtritme aanpast.
Bij de westerse bevolking is er een duidelijke toename, samenhangend met de enorme toename van het overgewicht, daarnaast spelen erfelijke eigenschappen eveneens een rol. De factor overgewicht en de toename van de gemiddelde leeftijd is van belang.
Het metabole syndroom is de belangrijkste oorzaak van vroegtijdig ontstaan van aderverkalking. Het risico op het krijgen van deze aandoening aan hart en bloedvaten is ongeveer 16 maal verhoogd ten opzichte van mensen die niet lijden aan het metabool syndroom. Terwijl een hartinfarct twee keer zo vaak voorkomt in deze groep.
Er is ook een familiaire component, zoals vaak voorkomende hartaandoeningen beneden de leeftijd van 60 jaar en het frequenter voorkomen van hersenaandoeningen zoals beroertes. Door vroegtijdig symptomen op te sporen die passen bij het metabool syndroom en deze zo mogelijk preventief te behandelen, zijn de vooruitzichten voor mensen met deze aandoening veel gunstiger dan wanneer er pas ingegrepen wordt als er reeds klachten zijn.
mobiliserende verandertaal
Motiverende gespreksvoeringMotiverende gespreksvoering:
Cliëntgerichte directieve gespreksmethode om te bevorderen dat de verslaafde cliënt intrinsiek gemotiveerd wordt tot verandering door zijn twijfels omtrent zijn afhankelijkheid van middelen te verkennen.
Behalve clientgerichtheid, ambivalentie en een directieve houding van de therapeut, zijn autonomie en samenwerking belangrijke principes.
Technieken die gehanteerd worden zijn: parafraseren, empathie, reflectief luisteren, ordenend samenvatten, weerstand gebruiken, zelfredzaamheid bevorderen, doelgerichtheid, cognitieve dissonantie versterken, vermijden advies te geven en vermijden van discussie.
Myeloproliferatieve stoornis::Myeloproliferatieve stoornis:
Myeloproliferatieve stoornis: Een aan leukemie verwante stoornis waarbij er sprake is van een sterke vermenigvuldiging van voorlopers van de bloedcellen.
Termen beginnend met N
Negatieve symptomen: Negatieve symptomen::
Hiermee wordt bedoeld gedrag dat niet meer aanwezig is zoals het niet meer aanwezig lijken van emoties ofwel affectieve vervlakking, het niet meer aanwezig lijken van logisch,samenhangend redeneren, initiatiefstoornissen en niet tot activiteit kunnen komen.
Neurotransmitter Neurotransmitter::
Neurotransmitter: Chemische overdrachtsstoffen die de hersencellen gebruiken om onderling signalen uit te wisselen. Dit gebeurt door een interactie met een geschikte receptoren. Ze worden gemaakt in de zenuwcellen en opgeslagen in kleine blaasjes in de uiteinden van bepaalde zenuwvezels. Na een zenuwimpuls komen ze vrij in de synapsspleet waar ze in interactie komen met verschillende postsynaptische receptoren.
NHS NHS:
De National Health Service (NHS) (Engels voor Nationale Gezondheidsdienst) is het openbare gezondheidszorgstelsel van het Verenigd Koninkrijk.
Hiermee wordt bedoeld gedrag dat niet meer aanwezig is zoals het niet meer aanwezig lijken van emoties ofwel affectieve vervlakking, het niet meer aanwezig lijken van logisch,samenhangend redeneren, initiatiefstoornissen en niet tot activiteit kunnen komen.
Neurotransmitter Neurotransmitter::
Neurotransmitter: Chemische overdrachtsstoffen die de hersencellen gebruiken om onderling signalen uit te wisselen. Dit gebeurt door een interactie met een geschikte receptoren. Ze worden gemaakt in de zenuwcellen en opgeslagen in kleine blaasjes in de uiteinden van bepaalde zenuwvezels. Na een zenuwimpuls komen ze vrij in de synapsspleet waar ze in interactie komen met verschillende postsynaptische receptoren.
NHS NHS:
De National Health Service (NHS) (Engels voor Nationale Gezondheidsdienst) is het openbare gezondheidszorgstelsel van het Verenigd Koninkrijk.
Termen beginnend met P
Paranoïde schizofrenieParanoïde schizofrenie:
Het essentiële kenmerk van het paranoïde type schizofrenie is de aanwezigheid van overheersende wanen of gehoorshallucinaties tegen de achtergrond van een relatief behoud van het cognitief functioneren en van het affect.
postpartum psychose postpartum psychose:
Postpartum psychose (ook wel 'Puerperale Psychose', 'Postnatale psychose', 'Postpartum bipolaire stoornis' of PPP) is een episode van ernstige psychiatrische ziekte, die plotseling begint in de eerste 6 weken na de bevalling. Verreweg de meeste psychoses treden de eerste twee weken na de bevalling op. PPP treedt op per 1-2 van 1000 bevallingen. Vrouwen, met een voorgeschiedenis van bipolaire stoornis lopen een hoger risico.
- Manie: Met je hoofd in de wolken lopen en bruisen van energie, extreem goed gehumeurd, snelle gedachten en de druk om te veel praten.
- Depressie: neerslachtige depressieve stemming, gebrek aan energie, slechte eetlust. slechte nachtrust. Ontstemming, en prikelbaarheid
- Dingen geloven die niet waar zijn (wanen) of dingen zien of horen die er niet zijn (hallucinaties).
Posttraumatische stress stoornis posttraumatische stress stoornis:
Een langdurige ernstige aandoening van van het proces: voelen, waarnemen, ideeënvorming, informatie opnemen, herinneren, problemen oplossen, leren en beslissen, die ontstaan is na spanning die samenging met een fysieke of gevoelde bedreiging en/of verwonding. Het meest bekende kenmerk van deze aandoening is de hardnekkige herbeleving van de bedreiging of daadwerkelijke verwonding die samenviel met de emotionele bedreiging of verwonding. De aandoening kan dusdanig ernstig zijn dat er sprake kan zijn van langdurige invalidering.
prodromale verschijnselen prodromale verschijnselen:
Een psychose mag dan wel "out of the blue" lijken te komen. Toch gaat er meestal het een en ander aan vooraf. Men spreekt van pre-psychotische ofwel prodromale verschijnselen maar ook eenvoudigweg van waarschuwingssignalen.
Omdat waarschuwingsignalen zo alledaags zijn worden ze echter vaak niet onderkend, laat staan op tijd onderkend. Wanneer iemand echter ooit eerder psychotisch is geweest, is het raadzaam enige waakzaamheid aan de dag te leggen en enige overbodige waakzaamheid hoeft niet uit de weg gegaan te worden. Een psychose moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Daarom volgt hier een overigens niet uitputtende opsomming voor wat allemaal onder een dergelijk waarschuwingsignaal verstaan kan worden.
- Toename in contacname
- Toename in dadendrang
- De stemming: euphoor/dysfoor/depressief
- Klagen over lichamelijk welbevinden
- Vragen om medicatiewijziging
- Anders met medicatie omgaan/minder/meer/niet
- Veranderingen in de eetlust
- Terugtrekgedrag
- Uitdagend gedrag
- Uiten van beschuldigingen
- Incoherentie in gedrag/uitspraken
- Aggressief gedrag/bedreigingen/wraakgevoelens
- Het besef belangrijk/onbelangrijk te zijn
- Veranderingen in uiterlijk/kleding/haardracht
- Veranderingen in de zelfverzorging
- Veranderingen in de activiteiten/meer of minder
ProlactineProlactine:
Prolactine is lactogeen hormoon dat aangemaakt wordt in de hypofyse (voorkwab). Prolactine blijkt bij de mens vooral een stimulerende werking op het borstklierweefsel te hebben (afscheiding). De afgifte van prolactine staat onder controle van de hypothalamus door de remmende werking van dopamine. Prolactine zet de melkklieren aan tot het fuctioneren, echter onder voorwaarde dat zij voldoende geactiveerd zijn door andere hormonene zoals progestoron en oestrogeen.
Puerperale puerperale:
Psychiatrie Psychiatrie:
Psychiatrie is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met geestesziekten zoals schizofrenie, psychose, depressie, manie en psychotrauma. De term psychiatrie is geïntroduceerd in 1808 door Johann Christian Reil en is een samenvoeging van het Griekse psyche (Φυχη), wat ziel of geest betekent en iatros wat arts betekent (letterlijk geneeskunde van de ziel)Behalve therapie(behandeling)van de geestesziekte houdt psychiatrie zich ook bezig met: diagnostiek, preventie en wetenschappelijk onderzoek (epidemiologie), Sigmund Freud was de grondlegger van behandeling van psychiatrische consulten. Het hoofddoel van de psychiatrie is het verlichten van het psychisch lijden ten gevolge van psychiatrische aandoeningen en het vergroten van het psychisch welbevinden van de psychiatrisch patiënt en diens omgeving.
Psychomotorische therapie Psychomotorische therapie:
In psychomotorische therapie verricht de patiënt samen met de therapeut lichamelijke activiteiten, oefeningen en opdrachten. Hierbij ligt de nadruk op lichaamservaring en beweging.
Psychomotorische therapie heeft als doel het omgaan met of accepteren van psychiatrische klachtend d.m.v. het verbeteren van het psychosociale functioneren, de stemming, het zelfbeeld, interactievaardigheden, en stressregulatie.
Het essentiële kenmerk van het paranoïde type schizofrenie is de aanwezigheid van overheersende wanen of gehoorshallucinaties tegen de achtergrond van een relatief behoud van het cognitief functioneren en van het affect.
postpartum psychose postpartum psychose:
Postpartum psychose (ook wel 'Puerperale Psychose', 'Postnatale psychose', 'Postpartum bipolaire stoornis' of PPP) is een episode van ernstige psychiatrische ziekte, die plotseling begint in de eerste 6 weken na de bevalling. Verreweg de meeste psychoses treden de eerste twee weken na de bevalling op. PPP treedt op per 1-2 van 1000 bevallingen. Vrouwen, met een voorgeschiedenis van bipolaire stoornis lopen een hoger risico.
Er is een grote verscheidenheid van symptomen die vrouwen met PPP kunnen ervaren:
- Manie: Met je hoofd in de wolken lopen en bruisen van energie, extreem goed gehumeurd, snelle gedachten en de druk om te veel praten.
- Depressie: neerslachtige depressieve stemming, gebrek aan energie, slechte eetlust. slechte nachtrust. Ontstemming, en prikelbaarheid
- Dingen geloven die niet waar zijn (wanen) of dingen zien of horen die er niet zijn (hallucinaties).
Posttraumatische stress stoornis posttraumatische stress stoornis:
Een langdurige ernstige aandoening van van het proces: voelen, waarnemen, ideeënvorming, informatie opnemen, herinneren, problemen oplossen, leren en beslissen, die ontstaan is na spanning die samenging met een fysieke of gevoelde bedreiging en/of verwonding. Het meest bekende kenmerk van deze aandoening is de hardnekkige herbeleving van de bedreiging of daadwerkelijke verwonding die samenviel met de emotionele bedreiging of verwonding. De aandoening kan dusdanig ernstig zijn dat er sprake kan zijn van langdurige invalidering.
prodromale verschijnselen prodromale verschijnselen:
Een psychose mag dan wel "out of the blue" lijken te komen. Toch gaat er meestal het een en ander aan vooraf. Men spreekt van pre-psychotische ofwel prodromale verschijnselen maar ook eenvoudigweg van waarschuwingssignalen.
Omdat waarschuwingsignalen zo alledaags zijn worden ze echter vaak niet onderkend, laat staan op tijd onderkend. Wanneer iemand echter ooit eerder psychotisch is geweest, is het raadzaam enige waakzaamheid aan de dag te leggen en enige overbodige waakzaamheid hoeft niet uit de weg gegaan te worden. Een psychose moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Daarom volgt hier een overigens niet uitputtende opsomming voor wat allemaal onder een dergelijk waarschuwingsignaal verstaan kan worden.
- Toename in contacname
- Toename in dadendrang
- De stemming: euphoor/dysfoor/depressief
- Klagen over lichamelijk welbevinden
- Vragen om medicatiewijziging
- Anders met medicatie omgaan/minder/meer/niet
- Veranderingen in de eetlust
- Terugtrekgedrag
- Uitdagend gedrag
- Uiten van beschuldigingen
- Incoherentie in gedrag/uitspraken
- Aggressief gedrag/bedreigingen/wraakgevoelens
- Het besef belangrijk/onbelangrijk te zijn
- Veranderingen in uiterlijk/kleding/haardracht
- Veranderingen in de zelfverzorging
- Veranderingen in de activiteiten/meer of minder
ProlactineProlactine:
Prolactine is lactogeen hormoon dat aangemaakt wordt in de hypofyse (voorkwab). Prolactine blijkt bij de mens vooral een stimulerende werking op het borstklierweefsel te hebben (afscheiding). De afgifte van prolactine staat onder controle van de hypothalamus door de remmende werking van dopamine. Prolactine zet de melkklieren aan tot het fuctioneren, echter onder voorwaarde dat zij voldoende geactiveerd zijn door andere hormonene zoals progestoron en oestrogeen.
Puerperale puerperale:
Psychiatrie Psychiatrie:
Psychiatrie is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met geestesziekten zoals schizofrenie, psychose, depressie, manie en psychotrauma. De term psychiatrie is geïntroduceerd in 1808 door Johann Christian Reil en is een samenvoeging van het Griekse psyche (Φυχη), wat ziel of geest betekent en iatros wat arts betekent (letterlijk geneeskunde van de ziel)Behalve therapie(behandeling)van de geestesziekte houdt psychiatrie zich ook bezig met: diagnostiek, preventie en wetenschappelijk onderzoek (epidemiologie), Sigmund Freud was de grondlegger van behandeling van psychiatrische consulten. Het hoofddoel van de psychiatrie is het verlichten van het psychisch lijden ten gevolge van psychiatrische aandoeningen en het vergroten van het psychisch welbevinden van de psychiatrisch patiënt en diens omgeving.
Psychomotorische therapie Psychomotorische therapie:
In psychomotorische therapie verricht de patiënt samen met de therapeut lichamelijke activiteiten, oefeningen en opdrachten. Hierbij ligt de nadruk op lichaamservaring en beweging.
Psychomotorische therapie heeft als doel het omgaan met of accepteren van psychiatrische klachtend d.m.v. het verbeteren van het psychosociale functioneren, de stemming, het zelfbeeld, interactievaardigheden, en stressregulatie.
Termen beginnend met R
Reciproke inhibitie Reciproke inhibitie:
Wolpe's (1954) toonde in de behandeling van angst, de werkzaamheid aan van reciproke (wederzijdse) inhibitie (remming) aan. Wolpe stelt dat een vermindering van angst vaak een resultaat is van reciproke inhibitie (wederzijdse remming). Wolpe stelde dat, wanneer je bij een persoon een fysiologische reactie kan opwekken die tegengesteld is met zijn angst in de gelijktijdige aanwezigheid van angst-provocerende stimuli, dat zal leiden tot een verzwakking van de relatie tussen deze stimuli en de angst. Wanneer je iemand zich lichamelijk laat ontspannen en hem daarna iets laat zien waarvoor hij normaliter bang voor is, dan zal zijn angst kleiner zijn dan wanneer betreffende persoon in normale doen(minder ontspannen) is.
Rest type schizofrenie
Het rest type van schizofrenie moet worden gebruikt wanneer er sprake is van ten minste een episode van schizofrenie, maar het huidige klinische beeld zonder opvallende positieve psychotische symptomen is (bv., wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak of gedrag). Er is nog steeds het bewijs van de stoornis, zoals aangegeven door de aanwezigheid van negatieve symptomen (bv. gevoelsarmoede, een zwakke ik-sterkte) of twee of meer verzwakte positieve symptomen (bv., excentriek gedrag, licht onsamenhangende spraak, of onevenwichtige overtuigingen). Als wanen of hallucinaties aanwezig zijn, zijn zeniet prominent en gaan ze niet gepaard met sterke invloed. Het verloop van het rest type is in tijd beperkt en vormt een overgang tussen een volledige decompensatie en complete remissie. Het kan echter ook continu gedurende vele jaren aanwezig zijn, met of zonder acute exacerbaties.
Wolpe's (1954) toonde in de behandeling van angst, de werkzaamheid aan van reciproke (wederzijdse) inhibitie (remming) aan. Wolpe stelt dat een vermindering van angst vaak een resultaat is van reciproke inhibitie (wederzijdse remming). Wolpe stelde dat, wanneer je bij een persoon een fysiologische reactie kan opwekken die tegengesteld is met zijn angst in de gelijktijdige aanwezigheid van angst-provocerende stimuli, dat zal leiden tot een verzwakking van de relatie tussen deze stimuli en de angst. Wanneer je iemand zich lichamelijk laat ontspannen en hem daarna iets laat zien waarvoor hij normaliter bang voor is, dan zal zijn angst kleiner zijn dan wanneer betreffende persoon in normale doen(minder ontspannen) is.
Rest type schizofrenie
Het rest type van schizofrenie moet worden gebruikt wanneer er sprake is van ten minste een episode van schizofrenie, maar het huidige klinische beeld zonder opvallende positieve psychotische symptomen is (bv., wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak of gedrag). Er is nog steeds het bewijs van de stoornis, zoals aangegeven door de aanwezigheid van negatieve symptomen (bv. gevoelsarmoede, een zwakke ik-sterkte) of twee of meer verzwakte positieve symptomen (bv., excentriek gedrag, licht onsamenhangende spraak, of onevenwichtige overtuigingen). Als wanen of hallucinaties aanwezig zijn, zijn zeniet prominent en gaan ze niet gepaard met sterke invloed. Het verloop van het rest type is in tijd beperkt en vormt een overgang tussen een volledige decompensatie en complete remissie. Het kan echter ook continu gedurende vele jaren aanwezig zijn, met of zonder acute exacerbaties.
Termen beginnend met S
Samenvatten
schizoaffectieve stoornis schizoaffectieve stoornis:
De term schizoaffectief verwijst naar een combinatie van schizofrenie en een gevoels(affectie of stemming) stoornis: depressie of manie. Belangrijk is dat de schizofrene of psychotische symptomen minimaal 2 weken moeten duren. Etiologie:
Men verondersteld een lichamelijke grondslag voor deze stoornis
Deze stoornis is niet te genezen en de vooruitzichten zijn slecht Medicatie en het aanleren vaan vaardigheden met de ziekte om te gaan hebben echter hun nut bewezen. Wanneer er echter weinig negatieve symptomen zijn, een voldoende mate van omgang met anderen en er voldoende wederkerigheid is voor wat betreft gevoelens, dan zijn de vooruitzichten een stuk beter..
schizofreniforme stoornis schizofreniforme stoornis:
Voor de schizofreniforme stoornis gelden de volgende criteria.
A Aan de criteria wanen, hallucinaties, incoheren praten, chaotisch gedrag, passiviteit, en vlak affect wordt voldaan. De stoornis wordt niet veroorzaakt door bewustzijnsveranderende middelen zoals alcohol en drugs. Er is geen depressie en geen manie
B Een episode van de stoornis (inclusief prodromale, actieve en restverschijnselen) duurt ten minste één maand, maar korter dan zes maanden.
C. Er is sprake van volledig herstel. Etiologie:
Wanneer getwijfeld wordt aan schizofrenie, stelt men als eerste de diagnose schizofreniform die verder als voorlopig aangemerkt wordt..
Wanneer de psychose langer duurt dan 6 maanden wordt de diagnos omgezet naar schizofrenie.
symptomen Symptoom:
De aanwijzingen die een persoon ervaart dat hij of zij lichamelijk of geestelijk ziek is
Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH):
De methode van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) bestaat uit een aantal opeen volgende fasen. Iedere fase kent een aantal activiteiten. Kennismaking en Oriëntatie; contact leggen en opbouwen van een samenwerkingsrelatie Onderzoeken en informatie verzamelen over de wensen, behoeften, ondersteuningsvragen, mogelijkheden en beperkingen, gewenste hulpbronnen Stellen van doelen Maken van een plan Uitvoering van het plan Evaluatie en terugkoppeling SRH is ontwikkeld door Jean Pierre Wilken en Dirk den Hollander. Het wordt beschreven in het boek: Psychosociale Rehabilitatie. Een integrale benadering[2
schizoaffectieve stoornis schizoaffectieve stoornis:
De term schizoaffectief verwijst naar een combinatie van schizofrenie en een gevoels(affectie of stemming) stoornis: depressie of manie. Belangrijk is dat de schizofrene of psychotische symptomen minimaal 2 weken moeten duren. Etiologie:
Men verondersteld een lichamelijke grondslag voor deze stoornis
Behandeling:
De behandeling gebeurt met medicatie voor de psychotische en stemmings symptomen.
Het vergroten van interpersoonlijke vaardigheden, ziekte inzicht en inzicht in de noodzaak van medicatie.
Begeleiding bij zaken zoals financiën en werk is eveneens therapeutisch.
Deze stoornis is niet te genezen en de vooruitzichten zijn slecht Medicatie en het aanleren vaan vaardigheden met de ziekte om te gaan hebben echter hun nut bewezen. Wanneer er echter weinig negatieve symptomen zijn, een voldoende mate van omgang met anderen en er voldoende wederkerigheid is voor wat betreft gevoelens, dan zijn de vooruitzichten een stuk beter..
schizofreniforme stoornis schizofreniforme stoornis:
Voor de schizofreniforme stoornis gelden de volgende criteria.
A Aan de criteria wanen, hallucinaties, incoheren praten, chaotisch gedrag, passiviteit, en vlak affect wordt voldaan. De stoornis wordt niet veroorzaakt door bewustzijnsveranderende middelen zoals alcohol en drugs. Er is geen depressie en geen manie
B Een episode van de stoornis (inclusief prodromale, actieve en restverschijnselen) duurt ten minste één maand, maar korter dan zes maanden.
C. Er is sprake van volledig herstel. Etiologie:
Wanneer getwijfeld wordt aan schizofrenie, stelt men als eerste de diagnose schizofreniform die verder als voorlopig aangemerkt wordt..
Behandeling:
Medicatie vormt het belangrijkste deel van de behandeling omdat hierdoor de symptomen zelfs volledig weggenomen kunnen worden. Verder krijgt de patiënt begeleiding bij het beheren van zijn financiën, zijn huishouden en wordt hem geleerd wat de effecten van medicatie zijn eh hoe deze het beste genomen kan worden.
Wanneer de psychose langer duurt dan 6 maanden wordt de diagnos omgezet naar schizofrenie.
symptomen Symptoom:
De aanwijzingen die een persoon ervaart dat hij of zij lichamelijk of geestelijk ziek is
Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH):
De methode van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) bestaat uit een aantal opeen volgende fasen. Iedere fase kent een aantal activiteiten. Kennismaking en Oriëntatie; contact leggen en opbouwen van een samenwerkingsrelatie Onderzoeken en informatie verzamelen over de wensen, behoeften, ondersteuningsvragen, mogelijkheden en beperkingen, gewenste hulpbronnen Stellen van doelen Maken van een plan Uitvoering van het plan Evaluatie en terugkoppeling SRH is ontwikkeld door Jean Pierre Wilken en Dirk den Hollander. Het wordt beschreven in het boek: Psychosociale Rehabilitatie. Een integrale benadering[2
Termen beginnend met T
Tardieve dyskinesie